De NEa wil haar rol als toezichthouder voorspelbaar, rechtmatig en efficiënt vervullen. Door heldere toezichtplannen en duidelijke communicatie weten bedrijven wat ze van de NEa kunnen verwachten.
Als bedrijven moeite hebben de uitvoering van de regelgeving te begrijpen, helpt de NEa met voorlichting en nalevingshulp. De NEa gaat over tot toezicht als er aanwijzingen zijn dat een bedrijf niet naleeft (risicogestuurd) en legt waar nodig boetes op. In 2016 hebben alle bedrijven het voorgaande jaar goed afgesloten: ze rapporteerden op tijd de vereiste informatie en leverden voldoende verhandelbare eenheden (emissierechten en HBE’s) in bij de NEa.
Jaarafsluiting: 100% naleving deadlines
Voor het tweede jaar op rij hebben alle Nederlandse bedrijven die aan het EU ETS deelnemen tijdens de jaarafsluiting in 2016 op tijd een geverifieerd emissieverslag ingediend en voldoende emissierechten ingeleverd. Dit hoge nalevingscijfer betekent dat bedrijven nu goed weten wat ze moeten doen daar waar in de eerste jaren van de nieuwe handelsperiode de Europese regelgeving als complex werd ervaren.
Terugkerend sluitstuk
De jaarafsluiting is het jaarlijks terugkerende sluitstuk van het EU ETS. Hierbij gelden drie deadlines. Uiterlijk 19 januari moet elk bedrijf dat gratis emissierechten ontvangt, geanalyseerd hebben of er een significante daling van het activiteitenniveau heeft plaatsgevonden. Als dat het geval is, moet het die daling melden bij de NEa. Uiterlijk 31 maart moeten de deelnemende bedrijven een geverifieerd emissieverslag bij de NEa indienen. Daarnaast moeten de ETS-bedrijven uiterlijk 30 april voldoende emissierechten hebben ingeleverd om hun CO2-uitstoot te compenseren.
Ondersteuning vanuit de NEa
De NEa vindt het belangrijk alle bedrijven goed te informeren over de verplichtingen. Dit doet zij jaarlijks onder andere door het publiceren van informatie op de website en in informatiebladen. Daarnaast organiseert zij jaarlijks een informatiebijeenkomst, die elke keer weer goed bezocht en gewaardeerd wordt. Tijdens de laatste weken van de jaarafsluiting herinnert de Helpdesk NEa de bedrijven en luchtvaartmaatschappijen aan de deadlines.
Soepel verloop
De jaarafsluiting verliep in 2016 erg soepel. In tegenstelling tot eerdere jaren voldeed een groot deel van de bedrijven ruim voor de deadlines aan al hun verplichtingen. Dit kwam onder andere doordat de bedrijven hun registeradministratie vorig jaar beter op orde hadden. Hierdoor konden bijna alle bedrijven hun acties in het CO2-register zelfstandig uitvoeren. Slechts in drie gevallen heeft de NEa hulp hoeven bieden.
Naleving meldingsplicht toewijzing: een stijgende lijn
Net als in 2015 heeft de NEa ook in 2016 een thematisch onderzoek uitgevoerd naar de meldingsplicht toewijzing bij een daling van het activiteitenniveau. Daarbij ging het erom dat bedrijven op tijd wijzigingen van de bedrijfsprocessen melden. Een dergelijke melding is van belang omdat deze veranderingen gevolgen hebben voor de toewijzing van gratis emissierechten aan bedrijven. Anders dan in 2015 heeft het thematisch onderzoek in 2016 geen extra meldingen opgeleverd. Hiermee is aannemelijk is dat in 2016 alle meldingsplichtige veranderingen ook werkelijk gemeld zijn.
In totaal zijn in 2016 bij de NEa 25 meldingen van een daling van het activiteitenniveau ingediend over het jaar 2015. Van die meldingen waren er 20 op tijd. Het percentage tijdige meldingen ligt daarmee op 80%. In vergelijking met voorgaande jaren is een duidelijke toename van de naleving waarneembaar, zoals blijkt uit onderstaande afbeelding.
Naast uitgebreide voorlichting is vanaf 2015 nadrukkelijker handhaving ingezet bij te late meldingen. Dit heeft in 2016 geleid tot het opleggen van twee bestuurlijke waarschuwingen en vijf boetes voor een totaalbedrag van ruim € 600.000.
De positieve trend laat zien dat de uitgebreide voorlichting van en handhaving door de NEa bijdraagt aan een betere naleving. In 2017 zal de NEa opnieuw onderzoeken of bedrijven aan hun meldingsplicht hebben voldaan over 2016.
Ook 100% naleving door deelnemers Energie voor Vervoer
In 2016 sloten bedrijven voor het eerst hun jaar af in het nieuwe Register Energie voor Vervoer. Bedrijven waren door intensieve voorlichting door de NEa goed op de hoogte van welke handelingen zij in het Register moesten uitvoeren. Het resultaat is dat alle bedrijven met een jaarverplichting aan hun verplichtingen hebben voldaan door op tijd hun brandstoflevering op te voeren en daarna voldoende HBE’s op hun rekeningen te hebben. De NEa werkt nauw samen met de Belastingdienst om de opgevoerde brandstofleveringen te controleren.
Mobiele machines
Na de jaarafsluiting bleek dat niet alle bedrijven zich hadden gerealiseerd dat leveringen aan mobiele machines niet meetellen voor de jaarverplichting. Omdat dit het eerste jaar in de nieuwe systematiek en daarmee een leerjaar betrof, heeft de NEa besloten een uitzondering te maken. Bedrijven mochten eenmalig na het verstrijken van de deadline de NEa verzoeken de brandstoflevering bij te stellen. Dit heeft tot 14 aanvragen voor aanpassing van de opgevoerde brandstoflevering geleid, die meestal door de NEa zijn gehonoreerd.
Naleving inboekverplichtingen
Leveranciers van hernieuwbare energie (vooral vloeibare biobrandstoffen) hebben hun inboekingen over 2015 op tijd laten verifiëren door inboekverificateurs en op tijd hun verificatieverklaringen ingediend bij de NEa. Wanneer geen goedkeurende verklaring werd afgegeven, heeft de NEa de situatie onderzocht en koppelde daar waar nodig consequenties aan. In aanloop naar de jaarafsluiting organiseerde de NEa verschillende overleggen met verificateurs om te borgen dat zij de regels en richtlijnen goed en eenduidig toepasten.
Toezicht
Gedurende het jaar legde de NEa bij 13 bedrijven toezichtbezoeken af. Deze bedrijven waren goed voor ruim 90% van de inboekingen in het Register Energie voor Vervoer. De NEa onderzocht administraties en controleerde bewijsstukken voor inboekingen. Ook heeft de NEa bij het toezicht in 2016 gebruik gemaakt van controlewerkzaamheden door de inboekverificateur. Verder heeft de NEa diverse signaalonderzoeken verricht, waaronder het toezicht op de aftrek voor mobiele machines.
Nalevingstrategie
De NEa heeft in 2016 haar nalevingstrategie voor de nieuwe uitvoeringssystematiek Energie voor Vervoer afgerond. Deze is door de staatssecretaris van IenM aan de Tweede Kamer aangeboden. In lijn met de NEa-visie lag de nadruk bij de start van de systematiek in 2015 vooral op voorlichting. Het accent verschuift nu steeds meer naar handhaving. Bedrijven worden inmiddels geacht de systematiek te kennen en verwijtbare overtredingen worden bestraft.
Helpdesk NEa
De Helpdesk NEa ondersteunt de bedrijven online en telefonisch bij vragen over emissiehandel en Energie voor Vervoer. De Helpdesk is belangrijk om de bedrijven goed te helpen maar ook om signalen en informatie terug te ontvangen. Met deze feedback kan de NEa uitvoering verduidelijken en vereenvoudigingen initiëren.
In 2016 zijn in totaal 1.878 vragen door de NEa beantwoord. 537 vragen hadden betrekking op Energie voor Vervoer (EV) en 1.341 vragen hadden betrekking op het emissiehandel (ETS). De vragen hadden onder andere betrekking op wijzigingsverzoeken, op de in te dienen emissieverslagen, op de te ontvangen of over te dragen emissierechten, op de werking van het meldingenportaal of op aanvragen van Letters of Approval*.
Het merendeel van de vragen kon binnen de gestelde beantwoordingtermijn worden afgehandeld. Voor ETS geldt dit voor 92% van de vragen, voor EV is 85% van de gestelde vragen op tijd beantwoord.
* Letter of Approval
Bedrijven of natuurlijke personen kunnen deelnemen in buitenlandse projecten, die bijdragen aan een verlaging van de uitstoot van broeikasgassen in dat betreffende land. Het gaat dan bijvoorbeeld om (grote) waterkrachtprojecten of om andere projecten, zoals windmolenpark projecten. Hiervoor krijgen bedrijven vervolgens CER's (Certified Emission Reduction) toegekend die ETS-bedrijven met een verplichting (gedeeltelijk) kunnen omruilen voor EUA’s (European Union Allowance). Om te mogen deelnemen, is er onder andere schriftelijke instemming nodig van de bevoegde autoriteit van het land waar de projectactiviteit plaatsvindt en van een zogenaamd annex I-land (een land dat onder het Kyoto-protocol verplichtingen heeft). Nederland is een annex I-land en de bevoegde autoriteit is het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Deze taak wordt door de NEa uitgevoerd. De instemming legt de NEa vast in een Letter of Approval. In 2016 zijn er 62 Letters of Approval afgegeven.