Het klimaat staat volop in de belangstelling. Het is na de verkiezingen van 15 maart 2017 een van de belangrijkste onderwerpen bij de formatiebesprekingen. Er zijn coalities van bedrijven die pleiten voor een meer ambitieuze en voortvarende aanpak. En er is het afgelopen jaar veel voorwerk verricht. Het ministerie van EZ heeft een energiedialoog georganiseerd en minister Kamp heeft namens het kabinet de Energieagenda (naar een CO2-arme energievoorziening) uitgebracht. Het ministerie van IenM bereidt het nieuwe klimaatbeleid voor. Onzeker is waar dit allemaal toe gaat leiden, maar een ding staat vast: betrouwbare borging van emissiereductie is van groot belang voor de geloofwaardigheid van het beleid. Het emissiehandelssysteem (ETS) wordt breed erkend als een van de belangrijkste instrumenten voor het klimaatbeleid. Niet alleen in Nederland en in Europa, maar ook onder meer in China en in delen van de VS. Er is weliswaar kritiek op het ETS (vooral omdat de lage prijs van CO2 bedrijven te weinig aanzet tot innovatie) maar niet op de betrouwbaarheid. Het systeem werkt, bedrijven kunnen er mee werken en de reducties worden bereikt. Dat is in de eerste plaats natuurlijk een prestatie van de betrokken bedrijven. Maar toch zeker ook een succes waar de NEa als uitvoeringsorganisatie en als toezichthouder een belangrijke bijdrage aan heeft geleverd. Ook in 2016 is weer 100% naleving bereikt. Het management en de medewerkers van de NEa zetten hun kennis in voor voortdurende verbetering van het systeem. Effectiever toezicht, eenvoudigere regels en minder administratieve lasten voor bedrijven.
De ervaring met het emissiehandelssysteem was nuttig om voor het beleid rondom hernieuwbare energie voor vervoer ook een marktgerelateerd systeem op te zetten. Het register waarmee bedrijven hernieuwbare energie kunnen inboeken en waarin brandstofleveranciers met verhandelbare eenheden aan hun jaarverplichting voldoen, werkt naar volle tevredenheid. Dit register is een voorbeeld van klantvriendelijke en uitgekiende uitvoering van klimaatambities. De markt die gecreëerd is voor biobrandstoffen, biogas en andere vormen van hernieuwbare energie voor vervoer is overzichtelijk en transparant: bedrijven kunnen daar op hun eigen manier op inspelen.
Het bestuur is trots op de manier waarop het NEa-team uitvoering geeft aan het klimaatbeleid van de overheid. Het bestuur stelt ook vast dat prestaties van de NEa niet onopgemerkt blijven. De NEa hoort binnen de EU tot de beste 3 toezichthouders. Binnen Nederland is de NEa in beeld als het gaat om het nadenken over (markt)instrumenten voor het klimaatbeleid, want ook op non-ETS terreinen zijn emissiereducties noodzakelijk en kan de ervaring van de NEa van belang zijn om de uitvoering zo klantvriendelijk en betrouwbaar mogelijk te maken.
Deze positie verplicht de NEa om zich voortdurend te blijven verbeteren. Er waren ook dit jaar weer forse uitdagingen. Als toezichthouder is alertheid op fraude structureel nodig. Digitalisering staat op de agenda; steeds meer diensten van de NEa hebben een digitale vorm gekregen (dit jaarverslag is een van de voorbeelden). Strategieën om naleving te verzekeren, moeten op tijd weer bijgesteld worden. Het ministerie van IenM heeft in samenspraak met de NEa nieuwe beleidsregels vastgesteld voor de ETS-boetesystematiek voor overtredingen met een kwantificeerbaar effect. De nalevingsstrategie voor hernieuwbare energie voor vervoer is voorbereid. Verder richt de NEa zich op goed beheer en gebruik van haar data. Door samenwerking met bijvoorbeeld CBS kunnen de gegevens van de NEa leiden tot meer en betere milieu-informatie.
Het bestuur is er van overtuigd dat de NEa ook in de komende jaren dienstbaar kan en zal zijn aan de klimaatambities van het kabinet. Met de focus op betrouwbare en geloofwaardige uitvoering, met de beschikbare kennis van marktinstrumenten en met een professionele en klantvriendelijke houding kan de NEa ook in de toekomst een onmisbare bijdrage leveren aan de uitvoering van klimaatbeleid in Nederland.
Dorette Corbey
Voorzitter van het bestuur van de NEa
NEa staat als een huis
Naast de inhoudelijke ontwikkelingen rond Emissiehandel en Energie voor Vervoer, is er op organisatorisch vlak in 2016 veel gebouwd. In 2016 heeft de organisatieverandering als belangrijke renovatie plaatsgevonden en eind 2016 is die verbouwing afgerond. Vanaf 1 januari 2017 bestaat het NEa-huis uit drie belangrijke onderdelen die de organisatie stevig neerzetten, te weten: het domein Emissiehandel, het domein Energie voor Vervoer en het ondersteunende domein Strategie & Organisatie. Met deze nieuwe inrichting wordt het voor de NEa mogelijk om haar taken nog effectiever en efficiënter uit te voeren. Het Bedrijfsplan NEa 2017-2020 is ook in 2016 afgerond en vormt het fundament voor de komende jaren. Hierin is in kaart gebracht welke acties nodig zijn om een solide basis te scheppen en te behouden voor een adequate uitvoering van alle werkzaamheden van de NEa.
Belangrijke elementen daarin zijn de (herijkte) missie en visie van de NEa en de daarmee samenhangende strategische doelen. Deze vormen het voegwerk. De nieuwe missie geeft richting aan de organisatie en verbindt.
De NEa wil daar de komende jaren invulling aan geven door een excellente en efficiënte uitvoeringsorganisatie én een toonaangevende autoriteit te zijn.
Zonder bewoners geen huis dat ‘leeft’. De NEa-medewerkers vormen zonder meer het hart van de organisatie, en ik bedank hen dan ook nadrukkelijk voor hun professionele inzet, ook in 2016 weer.
Ik kijk met vertrouwen vooruit naar 2017. De organisatie staat stevig als een huis en het zal alle ontwikkelingen in de komende jaren zonder twijfel doorstaan.
Marc Allessie
Directeur NEa