In een terugblik reflecteren de bestuursleden van de NEa, Jolande Sap, Johan de Leeuw en Mark Bressers op het afgelopen jaar. Een jaar vol met ingrijpende maatschappelijke gebeurtenissen, ontwikkelingen en initiatieven op het gebied van klimaatbeleid. Deze zullen het komend jaar en de komende jaren het werk van de NEa intensiveren. In 2022 wordt hierop geanticipeerd en ontwikkelt onze organisatie zich om voorbereid te zijn op de nabije toekomst.

Van links naar rechts: Bestuurslid Johan de Leeuw, bestuurslid Jolande Sap en Directeur-bestuurder Mark Bressers

Het jaar 2022 is een heftig jaar geweest: de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis die hierop volgde en gepaard ging met sterke prijsstijgingen, laten diepe sporen na. Een vraag die veel gesteld wordt: ” Wat is de invloed hiervan op de klimaatopgave? Leiden al deze ontwikkelingen tot een vertraging in duurzame investeringen, of is het juist een aanjager voor de transitie naar een duurzame economie?” Een eindconclusie is nog niet te trekken. Waar we zagen dat na de Coronapandemie de wereldwijde emissies weer aan het stijgen waren, zien we nu dat de energiecrisis ook geleid heeft tot een daling in de wereldwijde uitstoot van CO2. We kunnen er niet omheen te constateren dat, hoe wrang de oorzaak ook, beprijzing wel degelijk leidt tot ander gedrag. En een positieve uitwerking heeft op de noodzakelijke reductie van broeikasgassen. In onze recente eerste ''Stand van de NEa'' hebben we beschreven wat de maatschappelijke effecten zijn van de inzet van marktinstrumenten die wij uitvoeren en signaleren we vanuit onze kennis van uitvoering en toezicht relevante trends en aanbevelingen voor beleid''.

Als NEa spelen we hierbij een belangrijke rol en die rol is in 2022 alleen maar groter geworden. Niet alleen zagen we in 2022 een verdere stijging van de CO2-prijzen. Ook kregen de ambities die vanuit Europa zijn neergelegd in het Fitfor55-plan steeds concreter vorm. Het is duidelijk geworden dat CO2- beprijzing en de inzet van hernieuwbare energie belangrijke onderdelen zijn van deze strategie. En dat gaat de komende jaren leiden tot nieuwe taken en heel veel meer werk voor de NEa. Niet voor niets zijn we in 2022 begonnen met het klaarstomen en doorontwikkelen van de organisatie hiervoor.  Zo hebben we plannen uitgewerkt om deze groei te kunnen realiseren en te borgen binnen de organisatiestructuur. 

Voorpagina eindrapportage jaarlijkse evaluatie van de NEa, met de tekst: Evaluatie Nederlandse Emissieautoriteit, eindrapportage, Kwink groep

Bij dat doorontwikkelen kunnen we ons voordeel doen met de aanbevelingen uit de 5-jaarlijkse ZBO-evaluatie die in 2022 plaatsvond. Deze evaluatie laat een positief beeld zien van het functioneren van de NEa. Zo wordt de NEa door verscheidene samenwerkingspartners gezien als een professionele organisatie met medewerkers die kennis van zaken hebben. Borging van kennis blijft voor ons essentieel. Dat de maatschappelijke impact van het werk van de NEa goede zichtbaarheid verdient, wordt door alle opdrachtgevers onderschreven. Het is daarbij goed om te zien met welke gedrevenheid en motivatie de NEa de noodzakelijke groei doormaakt met medewerkers die hier hard aan werken. Wij herkennen dit positieve beeld. We halen de meetbare doelen.

We kunnen met recht zeggen dat er sprake is van een heel hoge graad van naleving. We zijn trots op de succesvolle ICT-implementaties die we in 2022 hebben ingezet en afgerond. En aan het toch beperkt aantal bezwaren op de besluiten die wij nemen, meten we af dat we een goede balans weten te vinden tussen enerzijds scherp handhaven, maar aan de andere kant ook bedrijven helpen om aan hun verplichtingen te voldoen. Het is onze uitleg van het begrip “de menselijke maat” in de uitvoering. 

We zijn trots op onze medewerkers die door bedrijven, opdrachtgevers en andere stakeholders als toegankelijk en deskundig worden ervaren. Positief is ook de vaststelling dat de NEa nauw betrokken is bij beleidsontwikkeling. De grotere aandacht voor uitvoerbaarheid van beleid biedt ruimte aan de NEa om te adviseren over voorgenomen maatregelen en gelukkig doen we dat ook al! Ook in 2022 hebben we weer een groot aantal uitvoeringstoetsen van nieuwe wet- en regelgeving opgesteld. Wets- en beleidsvoorstellen op het gebied van de duurzaamheidscriteria binnen de Renewable Energy Directive (RED), CO2-heffing en -minimumprijs maar ook het proces rondom de Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM); het zijn allemaal voorbeelden waarin wij de uitvoerbaarheid toetsen. Niet alleen voor onszelf! Maar juist ook voor de bedrijven die nu en straks onder ons toezicht staan of anderszins in het proces betrokken zijn. En natuurlijk op het uiteindelijke doel: verbetering van ons klimaat.

Waar we zeker in kunnen doorontwikkelen is de relatie met onze omgeving. Niet dat deze nu slecht geborgd is. Zo brengen wij, bestuursleden, maar zeker ook adviseurs en inspecteurs die in het veld opereren, veel signalen van buiten naar binnen. Maar ook een evenement als de netwerkdag die nu eindelijk weer eens fysiek kon plaatsvinden speelt hierin een belangrijke rol. Het biedt toch volop kansen om signalen van onze stakeholders op te pikken.

In de afweging of en hoe wij nieuwe taken moeten willen verrichten, speelt ons verantwoordelijkheidsgevoel een grote rol. De klimaatopgave is urgent en de opgaven worden groter. De grens van 1,5 graden opwarming is alleen nog met drastische maatregelen haalbaar. Als bestuur willen we die oproep dan ook zeker niet onbeantwoord laten. Bij het uitvoering geven aan de inframarginale heffing – ook een nieuwe taak - ligt de NEa als uitvoerder misschien niet 1,2,3 voor de hand. Maar het maatschappelijk belang gewogen tegen de capaciteit die het ons kost, geeft dan toch een positieve doorslag.  We wegen de risico’s, de groei die wij verantwoord aankunnen en de impact op hetgeen we van onze mensen vragen, gedegen af. Maar zijn ons tegelijkertijd bewust van de verantwoordelijkheid die we hebben om beleid ook goed uit te voeren. In die relatie tussen dagelijks werk en beleidsdoelstellingen, ligt nog wel een uitdaging. De mate waarin ons werk bijdraagt aan het maatschappelijke belang om het Europees en nationaal vastgestelde duurzaamheidsbeleid daadwerkelijk te realiseren, zullen we als NEa proberen zo goed mogelijk inzichtelijk te maken.

Onze organisatievorm waarin we als bestuur een ZBO zijn met vergaande onafhankelijke bevoegdheden helpt hierbij. Getuige ook de roep van andere toezichthouders en inspecties om de zelfstandigheid, de onafhankelijkheid en daarmee het publieke vertrouwen te vergroten. Onze onafhankelijkheid geeft vertrouwen, zo blijkt uit de gesprekken die we voeren. Tegelijkertijd schept die onafhankelijkheid verplichtingen. We willen en moeten transparant zijn en ook hierin hebben we in 2022 stappen gezet. We zullen meer en meer documenten proactief publiceren, startend met onze eigen vergaderverslagen. Onder de randvoorwaarden van de Wet Open Overheid (WOO), waarvoor een project is gestart, en met een scherp oog voor de informatie die ons in vertrouwen is gegeven en mogelijk concurrentiegevoelig is.

Transparantie is niet alleen een wettelijk voorschrift en de basis van het vertrouwen in de manier van uitvoeren. Wij geloven dat het openbaar maken van de cijfers die wij hebben over bijvoorbeeld CO2-emissies en de mate van verduurzaming van brandstof een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het maatschappelijke debat over de transitie naar een klimaatneutrale economie. 

Waar we in 2022 ook zijn gegroeid is de samenwerking met andere toezichthouders. En ook dat is nodig. We zien de impact van de regelgeving die we nu uitvoeren meer en meer samenkomen. Onderscheiden we nu nog de wereld van het ETS en de heffing op CO2-uitstoot van die van de HBE’s en verduurzaming van brandstoffen; straks vloeien deze bijna in elkaar. En om dit goed te begeleiden maar toch ook kritisch te kunnen controleren, werken we meer en meer samen met instanties als AFM, ACM en andere Rijksinspecties. Bijvoorbeeld door, AVG-proof, opsporingsinformatie te delen.

Een aspect dat al bijna is vergeten is het omgaan met de nieuwe arbeidsverhoudingen in het post-corona tijdperk. Het is opmerkelijk te zien met hoeveel relatief gemak er nu toch hard gewerkt wordt binnen onze organisatie zonder dat daar altijd een kantooromgeving voor nodig is. Al moet ons van het hart dat de bestuursvergaderingen, die nu weer ouderwets op kantoor zijn, ons toch beter bevallen dan het overleg via het scherm. De gesprekken verdiepen. De inhoudelijke colleges die we na afloop als bestuur krijgen van onze medewerkers zijn inspirerend. En dat gaat dan toch ook weer beter in een fysieke omgeving.

Tot slot moeten we stilstaan bij de gebeurtenis die voor de NEa altijd verbonden zal blijven met het jaartal 2022. Het overlijden van onze zeer geliefde collega, leidinggevende van het domein Energie voor Vervoer en vriend Harry Geritz. Dit is op de eerste plaats voor zijn familie, maar ook voor het bestuur en alle medewerkers van de NEa een tragisch dieptepunt geweest. Harry ontviel ons in de zomer door een noodlottig ongeval. In hem verloor de sector een geïnspireerd en zeer goed ingevoerde professional. En de NEa verloor een inspirator, een warme, zeer deskundige en betrokken collega.  Dankzij de betrokkenheid en extra inzet van veel medewerkers is het gelukt om dit verlies op te vangen, elkaar te helpen en als NEa te blijven leveren. We willen alle medewerkers daar ook op deze plek heel erg voor bedanken.

Het bestuur NEa,
 

Jolande Sap

Johan de Leeuw

Mark Bressers