Rekeningen
2022 | 2021 | |
---|---|---|
Aantal rekeninghouders in het register | 169 | 90 |
Aantal bedrijven met een jaarverplichting | 39 | 35 |
Aantal rekeninghouders met inboekfaciliteit | 147 | 72 |
Momenteel zijn 169 rekeninghouders (bedrijven) opgenomen in het Register Energie Vervoer. 147 bedrijven hiervan zijn ook inboeker. Dit is meer dan het dubbele van het aantal van vorig jaar. De meeste nieuwe rekeninghouders zijn inboekers van elektriciteit. Het aantal bedrijven met een jaarverplichting is gestegen van 35 naar 39 vanwege de verruimde scope van de jaarverplichting. Vanaf 2022 omvat de jaarverplichting namelijk leveringen van benzine, diesel en zware stookolie aan alle bestemmingen met uitzondering van binnen- en zeevaart.
Een bedrijf kan zowel een jaarverplichting hebben, als inboeker zijn. Het aantal rekeninghouders is dus niet een optelling van bedrijven met een verplichting en rekeninghouders met inboekfaciliteiten.
Hernieuwbare Brandstofeenheden (HBE's)
2022* | 2021 | |
---|---|---|
Aantal gecreëerde HBE’s | 81,86 | 69,22 |
HBE-Overig | 2,21 | 36,64 |
HBE-Conventioneel | 6,08 | 5,28 |
HBE-Geavanceerd | 44,62 | 27,3 |
HBE-Bijlage IXb | 28,96 | n.v.t. |
*Tussenstand op 1 maart 2023, ervan uitgaande dat alles wat dubbeltellend geclaimd kan worden ook zo wordt ingeboekt.
2022 laat weer een stijging zien in het aantal bijgeschreven HBE’s. Dit is geen verrassing, omdat de stijgende jaarverplichting elk jaar het benodigde aantal HBE’s vergroot. Aanpassingen aan de wet- en regelgeving die per 2022 van kracht werden zorgen wel voor een flinke verschuiving tussen de soorten HBE’s. Er is een nieuwe HBE bijgekomen, de HBE-B. Deze HBE-B wordt bijgeschreven voor leveringen van biobrandstoffen gemaakt uit materialen op de Europese Bijlage IX, deel B (momenteel vooral afvalvetten). Deze brandstoffen werden eerder nog gewaardeerd met een HBE-O. HBE-O is nu bijna alleen nog van toepassing voor leveringen van elektriciteit aan vervoer.
De stijging van het aantal HBE-G heeft met name te maken met de leveringen van biobrandstoffen aan de zeevaart: alleen biobrandstoffen die leiden tot HBE-G zijn toegestaan om in te boeken bij levering aan de zeevaart en deze sector is verantwoordelijke voor bijna een derde van de leveringen. Het gebruik van conventionele biobrandstoffen blijft zeer beperkt.
Toezicht en Handhaving
Toezicht
Het aantal inspecties is ten opzichte van vorig jaar iets afgenomen. De eerste helft van het jaar is normaal gesproken al vrij rustig qua inspecties om bedrijven de ruimte te geven voor het afronden van de jaarafsluiting. In 2022 was dit extra het geval. Dit heeft alles te maken met extra bevoegdheden die de NEa per 1 januari 2022 heeft gekregen. Vanaf dat moment vallen alle in Nederland gevestigde bedrijven die gecertificeerd zijn volgens een duurzaamheidsysteem onder het toezicht van de NEa. De eerste helft van 2022 is gebruikt voor het inrichten van dit toezicht en het opleiden van nieuwe inspecteurs.
In de tweede helft van 2022 hebben wij het aantal inspecties flink kunnen verhogen om zo hetzelfde niveau te komen als in 2021. Dit hebben wij kunnen doen omdat de nieuwe inspecteurs zich de materie snel eigen hebben gemaakt. Daardoor is het ondanks deze extra werkzaamheden gelukt vrijwel evenveel inspecties in 2022 uit te voeren als in 2021. Daarbij zijn wij ook al gestart met het uitvoeren van inspecties in de keten. Dit zal verder geïntensifieerd worden in 2023.
Onderdeel van het inspectieprogramma van 2022 was het afronden van de eerste pilot met het nemen van monsters bij bedrijven die HVO leveren, om na te gaan of het echt fysiek gaat om een biobrandstof. Hierbij zijn op elf verschillende locaties monsters genomen en geanalyseerd, waarbij de resultaten geen bijzonderheden lieten zien. Dit project is als één inspectie meegeteld.
Handhaving
AANTAL | 2022 | 2021 |
---|---|---|
Bestuurlijke waarschuwing | 9 | 8 |
Last onder dwangsom | 0 | 0 |
Ambtshalve vaststellingen | 6 | 10 |
Behandelde bezwaren en beroepen | 2 | 3 |
In 2022 heeft het bestuur van de NEa geen boete opgelegd. Wel is een boeteonderzoek uitgevoerd naar het leveren van een biobrandstof aan vervoer door een bedrijf die deze biobrandstof, via een handelaar, had afgenomen van een producent die niet goed gecertificeerd was. De producent was namelijk wel gecertificeerd voor de grondstof van deze biobrandstof, maar niet voor de geproduceerde biobrandstof. Uit het boeteonderzoek bleek dat wanneer de audit voor certificering voor de biobrandstof zou zijn uitgevoerd de producent zonder problemen gecertificeerd zou zijn geweest. Ook is vastgesteld dat de grondstof aan de duurzaamheidsregels voldeed. Met andere woorden, de duurzaamheid was gegarandeerd. Daarbij waren deze leveringen gedaan in 2021 toen de NEa nog niet kon optreden tegen schakels in de keten (in dit geval de producent). De afnemer van de biobrandstof (de uiteindelijke inboeker) mocht er volgens het duurzaamheidssysteem van uitgaan dat de biobrandstof aan de regels voldeed. Daarom is besloten het boeteonderzoek zonder opleg van boete te beëindigen.
Het bestuur negen keer besloten tot een bestuurlijke waarschuwing. Dit doet de NEa bij overtredingen die qua aard en omvang gering zijn, of waarbij de verwijtbaarheid laag is en geen sprake is van recidive. Een voorbeeld is een qua omvang geringe administratieve overtreding met betrekking tot levering van hernieuwbare elektriciteit, of een levering van vloeibare biobrandstof waarbij onduidelijkheid bestond over wet- en regelgeving. Vier waarschuwingen hadden betrekkring op levering van elektriciteit, vijf op levering van vloeibare biobrandstof.
Ambtshalve vaststellingen
Het bestuur van de NEa heeft in 2022 zes keer een ambtshalve vaststelling gedaan van geleverde hoeveelheid hernieuwbare energie vervoer. Vier daarvan zijn op het inboeken van vloeibare biobrandstof en twee keer op het inboeken van elektriciteit.
Bezwaren
Begin 2022 had het bestuur van de NEa vier bezwaarschriften in behandeling. Twee daarvan zijn na een gesprek met de bezwaarmakers ingetrokken. De behandeling van een derde bezwaarschrift is in onderling overleg met de bezwaarmaker aangehouden, in afwachting van een uitspraak van de Raad van State. Het vierde bezwaarschrift tenslotte, gericht tegen een besluit tot openbaarmaking van informatie, is ongegrond verklaard. Dit besluit is inmiddels onherroepelijk. Verdere bezwaarschriften zijn in 2022 niet ontvangen.
Beroepen
Aan het begin van 2022 had de Raad van State drie beroepschriften in behandeling. Twee daarvan hadden betrekking op de eis dat een inboeker van vloeibare biobrandstof in het register moet aantonen dat de geleverde brandstof een hoeveelheid biobrandstof ter grootte van de inboeking bevatte. In die zaken heeft de Raad van State nog geen uitspraak gedaan. De derde beroepszaak daarentegen leidde tot een gegrondverklaring van het beroep en had tot gevolg dat de gevraagde rekening in het register alsnog geopend werd.
Helpdesk
Bedrijven en organisaties weten de NEa goed te vinden voor het stellen van hun vragen over Energie voor Vervoer. Vijf jaar geleden werden er nog circa 300 vragen per jaar gesteld, terwijl dat aantal de laatste drie jaren boven de 800 ligt. Er zijn in relatief veel vragen zijn gesteld over beleidskwesties. Dit heeft te maken met de tussentijdse aanpassing van regelgeving in 2022 en de mogelijke aanpassing van stimuleringsfactoren per 2023. Daarnaast werden er veel vragen gesteld over de beloning in HBE’s voor specifieke grondstoffen en over de voorwaarden om leveringen van elektriciteit en biobrandstoffen in te boeken. Dit zijn over meerdere jaren al de voornaamste onderwerpen als het gaat om helpdeskvragen.