2022 was voor de uitvoering gericht op het beperken van de CO2-uitstoot middels emissiehandel, relatief rustig. Een opvallende constatering in een verder toch zo intensief jaar.
Ons werkveld, het beperken van de uitstoot van CO2 middels de inzet van marktinstrumenten, is continu in ontwikkeling en in ontwikkeling geweest. Vooral door wijziging in de regelgeving die betrekking heeft op de sectoren die al langer deel uitmaken van het emissiehandelssysteem (ETS). De start van de vierde handelsperiode in het ETS ging van start in 2021. Een periode die veel veranderingen met zich meebracht en veel voorbereiding vergde. Daarnaast is in 2021 ook de nationale CO2-heffing geïmplementeerd. In 2022 was het aantal te implementeren wetswijzigingen daarentegen minimaal.
Maaike Breukels: “2022 was in die zin een relatief ‘rustig’ jaar voor de NEa; En dat is toch een opvallende conclusie. Want dit jaar zal de geschiedenis ingaan, denk ik, als het jaar van de oorlog in Oekraïne en de daaruit voortvloeiende energiecrisis. Het jaar waarin de prijs van energie omhoogschoot en voor velen zelfs onbetaalbaar werd”.
Met die oorlog als katalysator kwam de leveringszekerheid van gas in gevaar. Ook in Nederland bleek de afhankelijkheid van Rusland op dit gebied aanwezig. Vooral de stijging van de gasprijs had zo z’n weerklank.
Maaike: “Dat zien we ook terug in de CO2-uitstoot van de grote industrie en energiebedrijven in 2022. Samen lieten zij een daling zien van zo’n 8% ten opzichte van 2021, dan gaat het om 5,5 miljoen ton CO2 die er minder is uitgestoten. Die daling zit voornamelijk bij de gascentrales en bij de grote chemische industrie die veel aardgas gebruikt in het productieproces”.
Het is aannemelijk dat de daling van de CO2-uitstoot in 2022 vooral komt door lagere productie. En dat die verlaagde productie op haar beurt weer een gevolg is van een hoge gasprijs. De vraag is dus vooral hoe dit zich in de toekomst verder ontwikkeld. Gaan deze bedrijven hier in Nederland toch verduurzamen en daarmee hun afhankelijkheid van aardgas verminderen of gaan ze blijvend minder produceren in ons land waardoor er wellicht elders meer CO2 wordt uitgestoten?
CO2 uitstoot EU ETS in NL
ETS Uitstoot in Mton CO2 | |
---|---|
2005 | 97,0 |
2006 | 93,1 |
2007 | 95,5 |
2008 | 91,0 |
2009 | 88,2 |
2010 | 92,6 |
2011 | 88,7 |
2012 | 86,7 |
2013 | 86,9 |
2014 | 89,1 |
2015 | 94,1 |
2016 | 93,9 |
2017 | 91,4 |
2018 | 87,4 |
2019 | 83,7 |
2020 | 74,1 |
2021 | 74,1 |
2022 | 68,5 |
De dynamische markt ten spijt, is deze regelluwe periode ten volle benut om te werken aan nieuwe ICT-ondersteuning: het emissiehandelsportaal (EHP). Het nieuwe systeem is robuuster, minder foutgevoelig, levert minder problemen in versiebeheer op en is een belangrijke stap in data gedreven werken. Het werkt ook voor de bedrijven prettiger en is, mede gelet op de toekomst, een manier om de administratieve lasten waar mogelijk te beperken. In de laatste maanden van 2022 zijn alle installaties overgezet naar het EHP en in 2023 heeft de jaarafsluiting voor het eerst in dit systeem plaatsgevonden.
Naast de investering in het nieuwe Emissiehandelsportaal is die ook gedaan in het toezicht op de keten. Om de zichtbaarheid en effectiviteit blijvend te garanderen hebben we werkenderwijs een nieuwe strategie geïmplementeerd. Ook is het gelukt om een aantal nieuwe inspecteurs te werven.
Maaike: "we constateerden natuurlijk al langer een toename van het financieel belang van ons werk. Een alsmaar stijgende CO2-emissieprijs zal dat belang alleen nog maar vergroten in de komende jaren. Vandaar deze toch wel fundamentele aanpassing".
CO2-heffing Industrie
In 2022 geeft de NEa, in opdracht van het Ministerie van Financiën, voor het eerste jaar daadwerkelijk uitvoering aan de Wet CO2-heffing industrie. Deze wet kan bezien worden als een vangnetregeling. Het geeft de Nederlandse regering een instrument in handen dat zij kan inzetten als waarborg voor een minimumprijs voor de CO2-uitstoot. Daar waar de prijs in het EU ETS door vraag en aanbod wordt bepaald en er vooral door sturing op het volume van het aantal beschikbare rechten een mogelijk steeds hogere prijs tot stand komt, is de CO2-heffing hierin veel directer. De wet bepaalt de minimumprijs.
De CO2-heffing industrie wordt voor een groot deel opgelegd aan de bedrijven die ook vallen onder het EU ETS. Over kalenderjaar 2021 waren 271 bedrijven belastingplichtig, die op 14 bedrijven na ook onder het EU ETS vallen.
Op 1 september 2022, de datum waarop het aantal dispensatierechten op de rekening in het register voor het kalenderjaar 2021 bepaald werd, bleek dat 9 bedrijven minder dispensatierechten hadden dan hun industriële jaarvracht (de uitstoot die voornamelijk met de opwekking van warmte en industriële productie verband houdt) groot was. Over het verschil werd een tarief van €30,48 geheven. Omdat de vastgestelde EU ETS-prijs €26,73 was en deze prijs van het tarief afgetrokken werd, betaalden EU ETS-bedrijven een tarief van €3,75.
Elk bedrijf, dat een uitnodiging tot doen van aangifte ontvangen had, moest uiterlijk 3 oktober 2022 aangifte doen en – voor zover een betaalverplichting ontstond – uiterlijk op die datum betaald hebben. Problemen met het tijdig kunnen inloggen, via e-herkenning, waren mogelijk deels debet aan dit hoger dan verwachte aantal bedrijven dat niet compliant was.
In 2022 lag de EU ETS prijs, soms veel, hoger dan het tarief van de CO2-heffing die dan € 41,75 bedraagt. Op grond daarvan zullen de financiële gevolgen voor 2022 beperkt zijn tot de bedrijven die niet onder het EU ETS vallen. Of deze 14 bedrijven voldoende dispensatierechten op hun rekening hebben staan zal pas blijken op 1 september 2023.
Blik vooruit
Vooruitkijkend naar de komende jaren komt er veel op de NEa af. In december 2022 zijn in Europa politieke akkoorden op de verschillende onderdelen van het Fit for 55 pakket bereikt. In de aanloop daar naartoe heeft de NEa betrokken departementen geadviseerd over het ETS 2 (het nieuwe ETS voor gebouwde omgeving transport en de middelgrote industrie); de uitbreiding van het bestaande ETS naar Zeevaart en de CBAM (koolstofheffing aan de Europese grens). Ook in de sector luchtvaart is wetgeving in ontwikkeling die de komende jaren zal moeten worden geïmplementeerd.
Maaike: "Het ETS wordt daarmee een nog belangrijkere pijler onder het Europees klimaatbeleid. Komend jaar zal de regelgeving voor de verschillende onderdelen in Europa verder worden uitgewerkt. Ook zullen de maatregelen in Nederlandse wetgeving moeten worden omgezet. Ook hier heeft de NEa een adviserende rol, waarbij we steeds primair kijken naar uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.
Op allerlei vlakken moet er nog veel gebeuren: ondersteunende ICT op orde brengen; samenwerking met andere toezichthouders zoals bv de Douane vormgeven en het fine-tunen van ons in 2022 aangepaste nalevingsbeleid. Bovenal hebben we voor al die nieuwe taken extra medewerkers nodig en zullen we er hard aan moeten werken deze medewerkers te werven en goed te laten landen in onze organisatie".