De inzet van de NEa is om samen met bedrijven en stakeholders te komen tot maximale naleving van de regelgeving en ook, waar mogelijk, de administratieve lasten zoveel mogelijk te beperken. Het is het strategisch uitgangspunt voor onze uitvoering en de inrichting van het toezicht. Binnen de kaders is maatwerk gewenst. Niet elke taak van de NEa is gelijk en daarmee is niet elke vorm van toezicht even effectief. In 2022 rondde een intern programmateam een project af waarin het toezicht op stationaire installaties (ETS) anders dan voorheen werd vormgegeven.

Ton Grosjean, Programma en Projectleider is verantwoordelijk voor het eindresultaat.

Was er een directe aanleiding om het toezicht aan te passen?

Door de verplichtingen voor de in 2022 aangevangen 4e handelsperiode en nieuwe taken was het wenselijk om de bestaande nalevingstrategie emissiehandel te herzien en meer aan te passen aan de huidige dynamiek.

Samen met medewerkers in het domein emissiehandel is vormgegeven aan het project herziening nalevingstrategie emissiehandel dat onlangs is afgerond.

In het project is o.a. nadrukkelijk gekeken naar:

  • Hoe in de huidige dynamiek de verbetercyclus van Plan-Do-Check-Act nog beter gesloten kan worden;
  • Hoe het data-gedreven werken daarin kan worden geoptimaliseerd;
  • Welke toezichttools kunnen daartoe bijdragen.

Aanleiding voor de aanpassing was daarnaast het signaal zowel vanuit ons bestuur als toch ook wel vanuit opdrachtgever en samenwerkingspartners om de zichtbaarheid van de NEa, ook bij de bedrijven die onder ons toezicht staan, te vergroten.

Wat kon er beter?

Uit een eerste analyse bleek al snel dat de eerste twee stappen van de Plan, Do Check, Act (PDCA)-cyclus niet het probleem vormden. Maar dat de laatste twee toch elk jaar weer een uitdaging waren. En juist deze twee, Check en Act, zijn essentieel om te leren en te verbeteren. Door stapje voor stapje uit te proberen en gaandeweg te implementeren werken we nu doelgerichter. Het is een structurele teamverantwoordelijkheid geworden om gedurende het jaar de waarnemingen vanuit uitvoering en toezicht mee te wegen in de besluitvorming naar het toekomstige jaar. En je ziet dat daardoor ook het werkplezier toeneemt. Al met al wordt de uitvoering van het toezicht nu toch meer als een gedeeld resultaat ervaren. Iets waar we allemaal aanwijsbaar aan bijdragen.

Een tweede gevolg is dat we op deze manier een belangrijke impuls geven aan het data-gedreven werken. Het proces om data, informatie, kennis met behulp van analyse verder te veredelen om tot juiste keuzes te komen bij besluitvorming. Want met het toenemen van het aantal taken en misschien daarmee ook wel de complexiteit is het risicogericht werken op basis van betrouwbare data echt een must geworden.

We hebben gaandeweg ook ons toezichtinstrumentarium vergoot. Zijn daarbij zeker niet over één nacht ijs gegaan. Naast de reguliere inspecties worden nu ook andere vormen van inspecties toegepast. Onder andere “flits-inspecties” waarbij in korte tijd bij een groter aantal bedrijven een specifiek risico wordt beoordeeld. Maar ook het “systeem gericht toezicht” waarbij we nagaan of het bedrijf voldoende zelf in control is om aan de emissie-eisen te voldoen. Alhoewel deze nieuwe vormen van toezicht en dan vooral de flits-inspecties misschien naar buiten toe wel het meest zichtbaar zijn, is het voor ons intern toch niet de belangrijkste verandering. Het is juist het continue terugbrengen van resultaten van toezicht en die mee laten wegen in een vervolgaanpak die aan de basis staat van de verandering die we hebben ingezet.