Onder invloed van het steeds verder ontwikkelende klimaatbeleid is de NEa in de afgelopen jaren geleidelijk aan gegroeid tot een organisatie met ongeveer 75 medewerkers. Door het groeiende belang van de bestaande taken, die bijvoorbeeld tot uitdrukking komt in de stijgende prijs van emissierechten, en de komst van een aantal nieuwe taken zal de groei van de organisatie de komende jaren aanzienlijk versnellen. Het jaar 2021 stond voor het domein Serviceverlening & Organisatie voor een groot deel in het teken van het voorbereiden van deze groei. “We zijn aan het warmlopen voor de toekomst.” Aldus Bas Kiviet, Hoofd Serviceverlening & Organisatie.

Portret Bas Kiviet
Bas Kiviet - Hoofd Serviceverlening & Organisatie

In het afgelopen jaar zijn er verschillende externe prikkels geweest die consequenties hebben voor de toekomst van de NEa. De eerste is het Fit for 55 plan van de Europese Commissie, waarin nieuwe, scherpere ambities zijn uitgewerkt voor het klimaatbeleid. Een tweede is het langverwachte nieuwe regeerakkoord. Ondertussen zijn we in 2021 ook gestart met een nieuwe taak: de CO2-heffing voor de industrie, een taak met een grote impact voor het financiële team van de NEa.

Ambitieuzer dan Europa

De CO2-heffing is op 1 januari 2021 ingegaan. Hiermee wordt invulling gegeven aan de doelen in het Nationale Klimaatakkoord ten aanzien van het terugdringen van CO2-uitstoot van de industrie. De NEa wordt zowel verantwoordelijk voor het vaststellen van de grondslag – waarbij gebruik wordt gemaakt van de kennis en expertise van het domein Emissiehandel – als voor het heffen en innen van deze belasting. “Het is redelijk uniek dat deze heffings- en inningstaak bij de NEa wordt belegd. Normaalgesproken is het heffen en innen van rijksbelastingen voorbehouden aan de Belastingdienst. Maar wegens een drukke agenda aldaar, en de beschikbare expertise bij de NEa, zullen de heffings- en inningstaken door de financiële functie van de NEa worden uitgevoerd. De CO2-heffing zorgt hiermee direct voor een intensievere samenwerking met de Belastingdienst. Wanneer het nodig is, bijvoorbeeld op het terrein van beroep en bezwaar, kunnen we een beroep doen op hun expertise.”

"De NEa is trots een platte organisatie te zijn, waar medewerkers veel eigen verantwoordelijkheden hebben en er korte lijnen zijn."

Afwegingskader

In zowel het coalitieakkoord als in Fit for 55 zijn beleidsvoornemens opgenomen waar wij ons qua uitvoering, in ieder geval, op moeten voorbereiden. Zo komen uit het coalitieakkoord bijvoorbeeld een aanscherping van de CO2-heffing voor de industrie voort. Het Fit for 55 pakket zorgt o.a. voor een uitbreiding van EU ETS naar de zeevaart, een koolstofgrensheffing (CBAM), en een bijmengverpliching van bio-kerosine in de luchtvaart. Hoewel niet al deze beleidsvoornemens omgezet worden tot taken voor de NEa, is het belangrijk om hier de nodige aandacht aan te besteden.

Er komt dus mogelijk een stortvloed van nieuwe taken op ons af. “Je moet voorzichtig zijn om niet voor een onmogelijke opgave te worden gesteld. Daarom heeft de NEa in haar bedrijfsplan een afwegingskader voor nieuwe taken opgesteld. Een soort checklist op basis waarvan we vroegtijdig vragen kunnen beantwoorden als: Past dit bij ons? Kunnen wij dit succesvol uitvoeren? Zijn wij de aangewezen partij om dit op te pakken? Door dit soort vragen te stellen kan je scherp krijgen waar het nog knelt, en waar je grenzen liggen. Gelukkig is de NEa een flexibele organisatie, zonder grote legacy problemen, waardoor we veel nieuwe taken kunnen aannemen.”

De basis voor een volgende groeifase

De verwachte groei van de NEa brengt veel werk met zich mee. Om alle veranderingen gestroomlijnd door te kunnen voeren is er een nieuw organisatiebesluit opgesteld en afgestemd met de ondernemingsraad. “Simpel gezegd is het organisatiebesluit de formele basis die je als rijksdienst hebt om de inrichting van de organisatie aan te passen. Hiermee is een basis gelegd om de volgende groeifase te kunnen doorlopen.”

Een belangrijke wijziging in het besluit is de creatie van een nieuwe functie: de coördinator met personeelsverantwoordelijkheid. “De NEa is trots een platte organisatie te zijn, waar medewerkers veel eigen verantwoordelijkheden hebben en er korte lijnen zijn tussen de medewerkers, het MT en het bestuur. Daarbij hechten we aan de huidige organisatiestructuur, waarbij uitvoering en toezicht per taakgebied zijn verenigd in één domein. Door de groei van de organisatie, wordt de span-of-control van de domeinhoofden echter steeds groter. “Je wilt de lijnen kort houden, maar ook de organisatie manageable houden. Met de overdracht van de personeelsverantwoordelijkheid aan coördinatoren binnen de domeinen beperken we de span-of-control, behouden we de synergiën binnen de domeinen, en creëren we carrièremogelijkheden binnen de organisatie. De eerste persoon die een dergelijke functie vervult is in december begonnen in het domein Emissiehandel. De planning is om in 2022 meer coördinatoren met personeelsverantwoordelijkheid aan te stellen.”

Groei en ontwikkeling in uitdagende tijden

We zijn het afgelopen jaar qua aantal vaste medewerkers maar beperkt gegroeid. Wel is er een duidelijk toename in het aantal inhuurkrachten te zien. “De verwachting voor het komend jaar is echter wel groot; De NEa moet dan met ruim 20 fte groeien. Dat is op een organisatie van 75 fte echt fors. We gaan komend jaar ook gebruiken om op sociaal terrein te investeren in onze collega’s. Vorig jaar was een productief jaar zonder incidenten, maar op sociaal vlak was het ook wel moeilijk vanwege de Coronacrisis. Dit alles wordt wel een uitdaging met de verkrapte arbeidsmarkt. We willen ervoor zorgen dat de nieuwe, uitgebreide NEa een fijne organisatie is om voor te werken.”

Wat trekt sollicitanten eigenlijk naar de NEa? “Mensen worden aangetrokken door het idee dat je concreet kan bijdragen aan het oplossen van het klimaat probleem. Het geeft een extra dimensie aan je werk, en dat zorgt voor extra motivatie. Dit werkt ook door naar de cultuur binnen de organisatie. Mensen die aardig willen zijn voor de planeet, willen dat ook zijn voor elkaar, en dat zorgt voor een goede onderlinge sfeer.”