In een terugblik reflecteren de bestuursleden van de NEa, Jolande Sap, Johan de Leeuw en Mark Bressers op het afgelopen jaar. Een jaar dat, vanwege de vele ontwikkelingen op het gebied van klimaatbeleid, de organisatieontwikkeling en meer brede maatschappelijke gebeurtenissen door hen als turbulent wordt bestempeld.

Foto van het bestuur: Mark Bressers, Jolande Sap, Johan de Leeuw
Van links naar rechts: Mark Bressers, Jolande Sap en Johan de Leeuw

Als elk jaar is het lastig een alomvattend thema te kiezen dat alles wat de NEa raakte kan beschrijven. Wat we als gemene deler willen benadrukken is de sterk gestegen urgentie van klimaatbeleid, het vele werk dat nog moet gebeuren om de doelen in het zicht te krijgen en houden en de gevolgen die dit voor ons dagelijks werk heeft. 2021 was daarmee voor de Nea een turbulent jaar. Als bestuur heb je natuurlijk enige afstand tot de operatie maar in onze vergaderingen, de diverse vraagstukken, besluiten en adviezen die de revue passeerden, krijg je die hectiek wel zeker mee. Nieuwe taken die onze kant op kwamen vroegen om veel aandacht, maar laten we niet vergeten dat de uitvoering van de bestaande opdrachten ook al zeer uitdagend was.

Voorop staat de drive die we binnen de Nea hebben om onze bijdrage te leveren aan klimaat en klimaatdoelen. Het is het uitgangspunt dat richting en energie geeft aan ons dagelijks werk. De voorlichting aan de bedrijven, het verwerken van de verslagen maar ook zaken als bezwaar en beroep, het zijn allemaal werkzaamheden die dagelijkse aandacht en inzet vragen van al onze medewerkers, en zal nog veel meer aandacht gaan vragen. Want de klimaatopgave is groot. Rapport na rapport dat verschijnt toont dat ook aan. We zijn op de goede weg maar het moet sneller. Hoe we het ook wenden of keren, om klimaatdoelen te halen moeten we allemaal een stap, of beter een paar stappen, harder lopen. En wij dus ook.

Zonnepanelen op een veld
Europese vlag met gavel ervoor

Die versnelling komt in 2021 sterk naar voren. Het is het jaar van de implementatie van belangrijke wijzigingen in de stelsels die wij uitvoeren. Samen met de afdelingshoofden en betrokken medewerkers zijn we uitgebreid ingegaan op de betekenis van nieuwe wet- en regelgeving voor (klimaat)resultaat, uitvoering en toezicht. Daarbij hebben we vooral ook aandacht gevraagd voor onze signalerende rol: hoe kunnen we de kennis die we hebben over de praktijk van uitvoering en toezicht effectief inbrengen bij de totstandkoming van nieuwe regelgeving. Nieuwe regelgeving zowel in het domein van emissiehandel als in het domein van Energie voor Vervoer.

Een mijlpaal is toch wel de doorwerking van het Europese Fit for 55 pakket in samenhang met de aanscherping in het nieuwe regeerakkoord. Dit alles laat zien dat marktinstrumenten, juist het terrein waar de NEa autoriteit is, een steeds belangrijker onderdeel van klimaatbeleid zijn geworden. Dat betekent ook meer werk voor de NEa. Het is goed dat we als NEa in onze netwerkbijeenkomst Diederik Samsom bereid vonden om dit toe te lichten. Waarbij we vooraf nog een stille hoop hadden op een echte ontmoeting met onze contacten en relaties, o zo belangrijk voor ons werk, moest deze bijeenkomst op het laatste moment toch geheel digitaal worden georganiseerd. Corona was hier de boosdoener, maar ook in die vorm belangrijk dat we in gesprek blijven. Zeker ook qua inhoud: Fit for 55 gaat ons werk zeker de komende jaren niet ongemoeid laten, om maar eens een understatement te gebruiken. We hebben in 2021 belangrijke stappen gezet om die toekomstige groei aan werkzaamheden te kunnen bijbenen, waarbij ook wij zorgelijk kijken naar de toch krappe arbeidsmarkt.

Corona speelde vaker parten. Zowel voor ons als bestuur, we vergaderden altijd digitaal, maar zeker ook voor alle collega’s. Dat was lang niet altijd makkelijk. Maar we hebben in deze periode ook veel nieuwe zaken geleerd. Hoe we beter hybride kunnen werken, hoe we ook op afstand met elkaar kunnen samenwerken en we hebben kunnen ervaren hoe het is om ook inspecties ‘’op afstand te doen’’. Zonder meer zijn dit ook positieve ontwikkelingen die we ook na Corona zullen moeten behouden.

Online vergadering van het bestuur

Ook uit een geheel andere hoek worden wij geconfronteerd met de verscherpte eisen die aan de overheid worden gesteld. Openheid en transparantie zijn, mede door het Toeslagenschandaal, versterkt op de agenda gezet. En ook daar hebben we hard aan gewerkt dit jaar. Een goed voorbeeld daarvan is het project Open op Orde waarin wij de rijksbrede ambities vertalen naar onze eigen specifieke situatie. Maar juist ook door alles wat is voorgevallen, kwam er een grotere aandacht voor de uitvoering. Hetgeen wij natuurlijk toejuichen. Als autoriteit bij de uitvoering van, en op toezicht op, klimaatbeleid vinden we het enorm belangrijk dat we onze signalerende rol kunnen spelen richting beleid. Het doet ons ook goed te constateren dat we hierin buitengewoon serieus worden genomen.

Daarbij hebben wij een verantwoordelijkheid in het welslagen en in stand houden van de van de specifieke bestuurlijke positie van de NEa. Wij zijn als zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) een autoriteit en onafhankelijk. Belangrijk vooral in die wisselwerking tussen beleid en uitvoering daarvan is de praktijk van alle dag. We zijn een overheidsorganisatie met een bijzondere governance-structuur, vallend onder het zogenaamde eigenaarschap en opdrachtgeverschap van het Ministerie van EZK, maar ook werkend in opdracht van het Ministerie van IenW.  De verhoudingen en relaties zijn goed. Aan het geheel willen wij recht doen, en als bestuur toezien op een goede samenwerking en vanuit de genoemde verantwoordelijkheden zo goed mogelijk ons werk doen.

Niet verbazingwekkend daarom dat we aan het geheel een maandelijks volle bestuursagenda hebben gehad. Voor ons lag de kern daarbij vooral op “consistentie” en ‘’innovatie’’. Juist bij marktinstrumenten is het van belang dat nieuwe wetgeving consistent is en aansluit bij een langetermijnvisie. Pas dan zijn vernieuwingen uitlegbaar en ook efficiënt uitvoerbaar. In onze adviezen en uitvoeringstoetsen maar ook in de gesprekken met de beleidsmakers hebben we hier dan ook steeds op gewezen. Niet alleen voor onze eigen organisatie maar vooral ook in het belang van de bedrijven die uiteindelijk de oplossingen zullen moeten vinden voor de klimaatuitdagingen die er liggen. Die uitdagingen zijn enorm en de eerste belangrijke mijlpaal ligt minder dan 10 jaar van ons vandaan.

Boer kijkt uit op veld met windmolens
Foto van inspectie bij een bedrijf

Daarbij hebben we een duidelijk afgebakende rol ten opzichte van dat beleid. Onze focus ligt op de uitvoerbaarheid. Al is dat begrip rekbaar. Voor ons van groot belang is daarbij het einddoel. Het klimaat. Bij alles wat we doen willen we ons blijven afvragen of ons handelen, onze adviezen, onze gesprekken een bijdrage leveren aan dat toekomstig doel. Daarbij staat voorop dat wij door een zorgvuldige toepassing van de regels de geloofwaardigheid van de marktinstrumenten die wij uitvoeren weten te behouden en verbeteren. En, als dat nodig is, adviseren om beleid en beleidsvoornemens aan te passen als die in de praktijk niet effectief blijken te zijn. Hoe mooi zou het zijn dat regelgeving niet het sluitstuk maar juist de facilitator van innovatie is? Want we kunnen niet voldoende benadrukken dat er een enorme uitdaging ligt op het gebied van energietransitie. Het bedrijfsleven speelt een cruciale rol. Om hen een reëel uitzicht te geven op een overstap naar klimaatvriendelijke oplossingen is consistentie in wetgeving en uitvoering van marktinstrumenten cruciaal. Dus een turbulent jaar…. ja. Maar vooral om daarmee robuust vooruit te kunnen gaan.

Het zou vreemd zijn een jaarverslag uit te brengen zonder een reflectie op de jongste gebeurtenissen. Dan doelen we natuurlijk op de oorlog in Oekraïne. Het onbeschrijflijk menselijk leed dat wij achter ons hoopten te hebben gelaten. Maar ook hier de directe gevolgen voor onze energievoorziening. Een geopolitieke ontwikkeling die uiteindelijk hopelijk ook ondersteunend zal zijn aan deze belangrijke transitie naar een duurzame energievoorziening.
 

Het Bestuur van de Nederlandse Emissieautoriteit,

Jolande Sap
Johan de Leeuw
Mark Bressers