Feiten en cijfers Hernieuwbare Energie

Momenteel zijn 256 rekeninghouders (bedrijven) opgenomen in het Register Energie Vervoer. 233 bedrijven hiervan zijn ook inboeker. Dit laatste is een stijging met bijna 60% ten opzichte van vorig jaar. Veruit de meeste nieuwe rekeninghouders zijn inboekers van elektriciteit. Het aantal bedrijven met een jaarverplichting is nagenoeg gelijk gebleven.

Een bedrijf kan zowel een jaarverplichting hebben, als inboeker zijn. Het aantal rekeninghouders is dus niet een optelling van bedrijven met een verplichting en rekeninghouders met inboekfaciliteiten.

2023 laat een daling zien in het aantal bijgeschreven HBE’s, ondanks een stijgende jaarverplichting. Er zal spaarsaldo ingezet moeten gaan worden om aan de jaarverplichting te kunnen voldoen. De verschuivingen in de specifieke soorten HBE’s zijn beperkt en niet met zekerheid te duiden.

Toezicht en Handhaving

Het aantal inspecties is ten opzichte van vorig jaar behoorlijk toegenomen. Omdat de NEa vanaf 1 januari 2022 de bevoegdheid heeft gekregen om toezicht te houden over de aanvoerketen van duurzaam materiaal in Nederland, is de capaciteit de afgelopen jaren flink uitgebreid. 2022 stond nog in het teken van werven en inwerken, maar in 2023 hebben de nieuwe inspecteurs een behoorlijk impuls gegeven aan het aantal inspecties. We verwachten dat deze trend in 2024 zal doorzetten.

In 2023 hebben we op basis van onze risicoanalyse met name geïnvesteerd in inspecties specifiek gericht op zeevaart inboekers, elektra inboekers en inspecties naar bedrijven in de keten (van grondstof, via productie, naar inboeking). Bij de zeevaart inspecties (waarbij we bijna alle zeevaart inboekers hebben bezocht) viel op dat fouten met name worden gemaakt met betrekking tot de massabalans of accijnsregels. We analyseren deze inspecties en bekijken wat voor 2024 nodig is deze fouten te mitigeren.

Daarnaast hebben we meer aandacht besteed aan toezicht op CBI’s. We hebben, naast inspecties, bijwoningen gedaan, maar ook het werk van CBI’s beoordeeld tijdens reguliere en keteninspecties. In 2024 zal de ontwikkeling van toezicht op CBI’s door blijven gaan, zowel in de Nationale context van de bijstookregeling en de verificateurs onder de systematiek van Energie voor Vervoer, als de Internationale context van het toezicht op CBI’s onder RED2.

Daar waar monstername in eerdere jaren nog in de pilot-fase was hebben wij dit in 2023 als volwaardige inspecties kunnen oppakken. In 2023 hebben wij monstername gedaan bij verschillende bedrijven die biobrandstoffen in opslag hebben. In 2023 ging dat om HVO en Fame.

In 2023 hebben we ook stappen gemaakt in de handhaving. We hebben enkele AVS trajecten lopen en afgerond, maar ook enkele boetetrajecten gestart en afgerond. We zien dat bij sommige inboekers die al langer in de systematiek zitten fouten worden gemaakt met betrekking tot regels die de kern van de systematiek raken, bijvoorbeeld over massabalans en certificering. De aard van deze overtredingen, gecombineerd met ernst/omvang en verwijtbaarheid maakt dat punitieve handhaving aan de orde is.

De AVS trajecten en opgelegde boetes zitten qua inhoud op de onderwerpen die hierboven onder toezicht zijn beschreven.

Bedrijven en organisaties weten de NEa goed te vinden voor het stellen van hun vragen over Energie voor Vervoer. Zes jaar geleden werden er nog circa 300 vragen per jaar gesteld, terwijl dat aantal in 2023 steeg met 12% naar ruim 900. Deze gaat om tweedelijns vragen, die door inhoudelijke experts moesten worden afgehandeld. De onderwerpen zijn zeer divers, van beleidsontwikkelingen, tot vragen over inboekeisen voor elektriciteit en biobrandstoffen en specifieke grondstoffen.