Het afgelopen jaar heeft de NEa haar eerste Stand van de Uitvoering gepubliceerd. Met deze uitgave wilden we inzicht verschaffen in de uitvoering van de marktsystemen voor emissiehandel en hernieuwbare energie voor vervoer. Veel van de adviezen en observaties blijven relevant, waardoor we dit jaar geen volledig nieuwe Stand van de NEa publiceren, maar volstaan met een beknopte update.

Stand van de NEa

In de eerste Stand van de NEa hebben we uitgebreid gesproken over de maatschappelijke impact van de instrumenten die we uitvoeren, en de knelpunten die we als uitvoeringsorganisatie in de praktijk tegenkomen. Wat betreft de maatschappelijke impact en het leveren van publieke waarde kunnen we positieve resultaten laten zien. Ook in 2023 is de impact van zowel de handel in CO2-emissierechten als de inzet van hernieuwbare brandstofeenheden verder toegenomen. Meer details hierover zijn te vinden elders in dit jaarverslag. De NEa heeft bijvoorbeeld een aanzienlijke daling van de CO2-uitstoot in de ETS-sectoren van meer dan 13% geconstateerd. Ook is het gelukt om met de regeling voor energie voor vervoer een groter deel van de geleverde brandstoffen aan de Nederlandse vervoersmarkt te laten bestaan uit hernieuwbare bronnen, momenteel bijna 20%.

Deze ontwikkelingen tonen een bemoedigende vooruitgang richting de nationale en internationale klimaatdoelstellingen, waaronder verplichtingen uit het Klimaatakkoord van Parijs en de Europese Green Deal. Ze laten zien dat inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen vruchten beginnen af te werpen en dat Nederland op koers ligt om zijn klimaatdoelstellingen te halen.

Het handhaven van emissiereductiedoelen door deelnemende bedrijven blijft een cruciaal aandachtspunt voor de NEa. Ondanks de hoge CO2-prijzen in 2023 is het van belang dat bedrijven zich blijven inzetten om binnen de gestelde limieten te blijven en eventuele overschrijdingen effectief aan te pakken. Ook in 2023 hebben we gezien dat het naleefgedrag hoog is.

De ontwikkelingen tonen een bemoedigende vooruitgang richting de nationale en internationale klimaatdoelstellingen

Auto's op een snelweg door de natuur heen

Internationale ontwikkelingen op het gebied van klimaatbeleid hebben ertoe geleid dat de NEa in 2023 een aantal nieuwe taken heeft opgepakt. Natuurlijk is ons vermogen om uitvoering en toezicht steeds uit te breiden begrensd. Het bestuur van de NEa hanteert hiervoor een afwegingskader om te bepalen of we een nieuwe taak verantwoord kunnen uitvoeren. Belangrijke elementen daarbij zijn onder meer of een nieuwe taak aansluit bij de missie van de NEa als uitvoerder en toezichthouder van marktinstrumenten voor klimaatbeleid, of deze voortbouwt op bestaande kennis en voorzieningen van de NEa, en of deze zich richt op bedrijven in aantallen die binnen de capaciteit van de NEa vallen. 2023 heeft ons geleerd om ons afwegingskader en genoemde elementen opnieuw te overwegen.
 

Het is van cruciaal belang dat het aantal nieuwe taken niet te sterk toeneemt, niet alleen voor de NEa, maar ook voor het bedrijfsleven dat met de uitvoering wordt geconfronteerd. In lijn met onze eerdere bevindingen zal de NEa daarom altijd pleiten voor terughoudendheid bij het stapelen van instrumenten. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij maatregelen die bovenop Europese verplichtingen komen. Als ambitieuze doelen kunnen worden bereikt door bestaande instrumenten krachtiger in te zetten, is dat altijd te verkiezen boven het ontwikkelen van nieuwe instrumenten. We zullen altijd de mogelijkheden benadrukken van een meer flexibele benadering van nieuwe regelgeving.

Om die reden heeft de NEa bijvoorbeeld sterk aangedrongen op het gebruik van opt-in mogelijkheden bij de introductie van ETS2. Dit betekent dat de CO2-beprijzing niet alleen gericht zal zijn op brandstofleveranciers voor wegvervoer en de gebouwde omgeving, maar ook op andere sectoren. Gebaseerd op onze ervaring in uitvoering weten we hoeveel administratieve lasten het splitsen van leveringen met zich meebrengt. In andere gevallen hebben we als NEa ook gepleit voor invullingen van zowel nieuwe als bestaande instrumenten die eenvoudiger en uitvoerbaarder zijn. Enkele voorbeelden hiervan zijn te vinden in het interview met het bestuur elders in dit jaarverslag.

Hoewel beleidsmakers onze adviezen in overweging nemen, zijn ze helaas niet altijd in staat om deze volledig te implementeren vanwege andere overwegingen. Daarom zullen we onze rol als signaalgever ook in 2024 krachtig blijven vervullen. Dit is niet alleen van belang voor de uitvoerbaarheid van de ambities van het klimaatbeleid door de NEa zelf, maar ook voor de uitvoerbaarheid van bedrijven die deze ambities moeten waarmaken.