Maaike Breukels kijkt als afdelingshoofd emissiehandel uit naar de komende vierde handelsperiode van het EU ETS. In 2019 zijn daarvoor opnieuw belangrijke voorbereidingen getroffen. Daarnaast groeit de NEa in haar rol als adviseur op het gebied van emissiehandel, zowel in Nederland als in Europees verband. Daarbij helpt het dat de NEa een leergierige organisatie is die haar kennis graag deelt, vertelt Breukels.
Hoe verliep de voorbereiding van de vierde handelsperiode van het EU ETS in 2019?
Voor de vierde handelsperiode hebben we vorig jaar opnieuw grote inspanningen geleverd. We zijn vooral intensief bezig geweest met het verzamelen van data voor de Europese Commissie. Daarover rapporteren we aan de commissie in de vorm van een notificatie. In die notificatie staan data over hoe CO2-efficiënt Nederlandse bedrijven per sector zijn. Op basis van de notificaties die Nederland en de andere EU-landen doen, stelt de commissie nieuwe benchmarks vast voor CO2-uitstoot. Die benchmarks zijn weer bepalend voor het aantal gratis CO2-rechten dat bedrijven krijgen. Voor onze notificatie hebben wij in 2019 van ruim 330 bedrijven in Nederland de dossiers getoetst. Dit was niet alleen voor ons een grote opgave, maar ook voor de bedrijven. Ik denk dat we daar gezamenlijk heel goed uit zijn gekomen. De Europese Commissie maakt de nieuwe benchmarks waarschijnlijk bekend in het najaar van 2020. Als NEa weten we nu zoveel over de CO2-uitstoot van Nederlandse bedrijven, dat we die kennis gaan delen, de eerste hoofdlijnen rond de zomer van 2020. Voor meer gedetailleerdere informatie hebben we meer tijd nodig om een goede analyse te maken, dat volgt tegen het einde van het jaar.
Welke rol speelde de NEa het afgelopen jaar in EU-verband?
Samen met onze Europese uitvoeringspartners zetten wij in het Compliance Forum in op een geharmoniseerde uitvoering van het Europees toezicht op de emissiehandel. In dat forum delen wij onze kennis en ervaring. Een geharmoniseerde uitvoering geeft bedrijven in Europa een 'level playing field', dat is niet onbelangrijk. Daarnaast adviseren onze mensen namens het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) over technische onderwerpen in EU-werkgroepen. In 2019 gebeurde dat bijvoorbeeld bij het opstellen van de nieuwe Free Allocation Rule (FAR). Met dit soort kleine stappen versterken we het toezicht op het emissiehandelsysteem in Europa en proberen we het gelijk te trekken. We zien ook kansen om het EU ETS nog meer toekomstproof te maken, als daarvoor momentum ontstaat, bijvoorbeeld vanwege de Europese Green Deal. Bijvoorbeeld door nieuwe CO2-reducerende maatregelen in het EU ETS ook te gaan belonen, waar dat nu nog niet kan.
Wat valt je op aan de NEa als organisatie in 2019?
Mij valt op dat wij als organisatie voortdurend streven naar verbetering en optimalisering. Het afgelopen jaar zagen we bijvoorbeeld dat steeds meer bedrijven van buiten Nederland van het EU ETS register gebruik gingen maken. Bedrijven van buiten Europa zelfs. Dat zijn dan uiteraard geen industriële bedrijven die zelf CO2 uitstoten, maar bedrijven die investeren in de handel met CO2 rechten. Dat kan volgens de Nederlandse regels. We hebben daar onderzoek naar laten doen, omdat we inschatten dat het risico's met zich mee kon brengen. Dat blijkt ook zo te zijn. Daarop hebben we het ministerie van EZK geadviseerd voor het EU ETS in Nederland dezelfde vestigingseisen te hanteren als de andere EU-lidstaten. De minister van EZK heeft dat advies overgenomen. De aangescherpte regels worden waarschijnlijk medio 2020 vastgelegd in regelgeving en 1 januari 2021 van kracht.
Heb je meer voorbeelden van dit soort doorlopende professionalisering?
Een ander voorbeeld is de manier waarop we kijken we naar onze IT-infrastructuur in relatie tot de vierde handelsperiode van het EU ETS. We concluderen dat als we met dezelfde personele bezetting het werk willen doen dat op ons afkomt, we onze huidige IT moeten vernieuwen. In 2019 hebben we daarom een betrouwbare IT-partner gezocht die met ons een nieuw systeem wil bouwen. Die hebben we gevonden en inmiddels zijn we gestart. Voor ons is dit een belangrijke stap in het efficiënt blijven werken in nieuwe omstandigheden die meer van ons vragen.
Waarop ben je trots als je terugkijkt op 2019?
Waar ik persoonlijk heel erg trots op ben, is dat we in 2019 veel extra werk hebben verzet en tegelijkertijd heel consistent zijn doorgegaan met onze reguliere taken. We hebben onze inspecties uitgevoerd en geconstateerd dat ook in het afgelopen jaar de naleving van bedrijven op de belangrijkste verplichtingen hoog is. We hebben de vergunningverlening op orde. Daarnaast werken we dan ook nog aan compleet nieuwe projecten die veel van ons vragen. Dat vind ik een hele grote prestatie van mijn team en ik kijk uit naar de resultaten van al het voorbereidende werk dat we met zijn allen hebben gedaan. 2021 start de nieuwe handelsperiode, komend jaar (2020) zal er veel moeten gebeuren om daarop voorbereid te zijn. Ik ben vol vertrouwen dat dit de NEa samen met de bedrijven zal lukken.
Aanbesteding Mendix DevOps Services
In 2018 heeft de NEa de strategische keuze gemaakt voor Mendix als ontwikkelplatform voor haar toekomstige applicaties. Mendix is een zogenoemd ‘low-code’ ontwikkelplatform dat gebruikers in staat stelt relatief snel webapplicaties te ontwikkelen en daarbij ook bestaande applicaties en databases eenvoudig te ontsluiten. De NEa gebruikt al enkele jaren Mendix als basis voor het Register Energie voor Vervoer (REV) en de ervaringen daarmee waren zo positief dat besloten is Mendix zoveel als mogelijk in te zetten als alle bedrijfsapplicaties. Met de vierde handelsperiode voor emissierechten in aantocht en de daarbij behorende administratieve lastverzwaring is behoefte aan ondersteuning door een nieuwe applicatie, het Emissiehandelsportaal (EHP). Voor de bouw van het EHP op basis van Mendix heeft de NEa in 2019 succesvol een Europese aanbesteding uitgevoerd. Hierbij is niet zoals vaak het geval is een uitgebreid bestek opgesteld, maar is een strategische opgave – namelijk de behoefte aan meer gebruiksvriendelijke webapplicaties en de noodzaak van meer datagedreven werken - in de markt gezet; een innovatieve aanpak waarbij de leveranciers nadrukkelijk in hun expertrol zijn gezet. De NEa was expliciet op zoek naar een strategisch partner die haar de komende jaren helpt bij de doorontwikkeling van de informatievoorziening. Na twee selectierondes en een Proeve van Bekwaamheid is het bedrijf Mansystems als winnaar gekozen. De realisatie van het EHP is per januari 2020 gestart en wordt de eerste versie aan het einde van datzelfde jaar opgeleverd.