2024 was de start van veel nieuwe taken, waaronder ETS Zeevaart. Dit vroeg veel van de organisatie, maar uiteraard ook van de medewerkers. Hoe hebben medewerkers de implementatie van de nieuwe taak ervaren en hoe ging dit precies in zijn werk? Strategisch adviseur Robin Mulder vertelt over zijn ervaringen.
Eerste monitoringsplannen voor ETS Zeevaart
Robin Mulder is Senior Strategisch Adviseur Zeevaart bij de NEa. Als ervaren inspecteur in de emissiehandel brengt hij zijn kennis en ervaring in het nieuwe team Zeevaart. Deze sector is nieuw binnen het ETS, en Robin is vanaf het begin betrokken bij de uitvoering. Robin: "Ik heb bijgedragen aan het adviseren over nieuwe wet- en regelgeving, communicatie, het beoordelen van monitoringsplannen en – meer recent – de jaarafsluiting: het inleveren van emissieverslagen en -rechten. Daardoor is mijn werk verbreed van alleen toezicht en handhaving naar bijna het hele uitvoeringsproces van de NEa."
Hoe was het om met de nieuwe taak Zeevaart aan de slag te gaan en wat kwam daar allemaal bij kijken?
"Een nieuwe taak betekent pionieren, weliswaar gebaseerd op de ervaring vanuit ETS Stationair, was het voor mij nieuw om meer aan de voorkant betrokken te zijn, zoals bij de totstandkoming van regelgeving op Europees niveau en vervolgens de nationale implementatie. Het pionieren kenmerkt zich ook doordat onze prioriteitstelling gedreven werd door deadlines en we door beperkte capaciteit scherpe keuzes moesten maken. Ook waren we op basis van de zich nog ontwikkelende regelgeving druk bezig met het vormgeven van onze communicatie via de website en helpdesk.
We gaven presentaties via de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders aan Nederlandse scheepvaartbedrijven. Een uitdaging was dat dit maar een klein deel van onze doelgroep betrof. Het in kaart brengen van álle scheepvaartmaatschappijen bleek lastig, vooral omdat pas een maand na de start van het ETS op 1 januari 2024 duidelijk werd welke buitenlandse bedrijven onder het systeem vielen. Toen konden we pas goed inschatten hoeveel werk en capaciteit nodig zou zijn, en besloten we externe ondersteuning in te huren. Vanaf dat moment konden we ook gerichter gaan communiceren, bijvoorbeeld via een webinar.
Naarmate het team groeide, konden we ons meer richten op specifieke taken zoals het beoordelen van monitoringsplannen en het openen van rekeningen in het register. Hoewel er een Europees portaal is, zagen we al snel dat we – vanwege het grote aantal bedrijven – een eigen IT-systeem nodig hadden: EHP Zeevaart. Door de uitbreiding van het team konden we ook ons werk beter verdelen. We vormden projectgroepen voor het beoordelen van plannen en voor de jaarafsluiting. Onze communicatie werd daardoor ook steeds beter afgestemd op de doelgroep.
Toen de jaarafsluiting dichterbij kwam, ontwikkelden we een interventiebeleid. Daarmee hebben we verschillende scenario’s en stappen bepaald om te zorgen dat bedrijven zich aan de regels houden. Inmiddels voeren we de eerste handhavingsmaatregelen uit.
We zijn nog steeds volop bezig met het goed neerzetten van deze nieuwe taak. Dat betekent ook dat we kennis opbouwen over de sector, werkprocessen maken, instructies schrijven en IT verder ontwikkelen. Pas na 30 september 2025 – als bedrijven hun emissierechten hebben ingeleverd – is de eerste volledige cyclus van het systeem afgerond. In de vervolgjaren gaan we op basis van opgedane ervaringen onze aanpak en uitvoering verder verbeteren en borgen in onze nalevingsstrategie."
Welke nieuwe vaardigheden of kennis vereiste deze nieuwe taak, en hoe pas je je daaraan aan?
"Doordat ik nu bij het hele ETS Zeevaart-proces betrokken ben, moest ik meer gaan kijken naar de uitvoerbaarheid van nieuwe regels. Ook heeft het me meer geleerd om vanuit perspectief van de maatschappijen te kijken naar uitvoerbaarheid. Hoe kunnen we als NEa de maatschappijen in staat te stellen de regels na te leven? Dus ook meedenken in de vorm van compliance assistance, zonder op de stoel van de maatschappij te gaan zitten. Wat het me daarnaast geleerd heeft, is kritisch te zijn in de haalbaarheid van uit te voeren taken, gezien de (beperkte) capaciteit die de NEa heeft, die moeten die dingen doen die belangrijk zijn door risicogestuurde aanpak. En daarbij ook keuzes maken om activiteiten te faseren en op een later moment uit te voeren. Belangrijk is een realiteitszin te ontwikkelen en niet alles tegelijk te willen doen. De implementatie van ETS in de zeevaartsector is een ontwikkelproces van voortdurend stappen zetten die leiden tot een steeds hoger niveau van naleving."
Zijn er bepaalde aspecten van je werk die je als bijzonder beschouwd, en waarom?
"Wat ik bijzonder aan mijn werk vind, is door in samenwerking met een gemêleerd team van collega’s ETS Zeevaart te implementeren en zorg te dragen voor een zo groot mogelijke naleving, waarbij ieder teamlid ertoe doet."
Welke specifieke kenmerken van de NEa maken het mogelijk om een nieuwe taak gemakkelijker te implementeren?
"De platte organisatiestructuur maakt dat we als NEa flexibel zijn. In combinatie met de aan doelgroepen gekoppelde teams maakt dat we snel in staat zijn de uitvoering van onze taken vorm te geven, aan te passen en hierover overeenstemming bereiken. In een klein team van deskundigen is onderlinge afstemming en besluitvorming snel te organiseren. Zo nodig is ook opschaling naar MT en Bestuur gemakkelijk te organiseren. Dit maakt dat we als NEa snel en wendbaar kunnen zijn bij de implementatie van nieuwe taken."
